MRI (Magnetic Resonance Imaging) maakt gebruik van een krachtige magneet en van radiopulsen om de waterstofatomen van het lichaam (te beschouwen als piepkleine magneetjes) te ‘richten’ terwijl de patiënt in een tunnel ligt met een pool van de magneet aan elk uiteinde.Dankzij het verschil in aantal waterstofatomen volgens het te bestuderen orgaan kunnen de diverse weefsels van elkaar worden onderscheiden en de structuren van het lichaam in beeld worden gebracht.
De extreem grote aantrekkingskracht van de magneetmaakt het onderzoek onmogelijk bij patiënten met een pacemaker, een defibrillator, een neurostimulator en een niet afkoppelbare diabetespomp.
Het onderzoek gebeurt bij voorkeur na minstens 4 uren vasten.Om de beeldvorming te optimaliseren wordt vaak een (niet joodhoudend) contrastmiddel toegediend via een infuusnaaldje.
Het onderzoek vindt meestal plaats in rugligging nadat een MR antenne over de buikstreek werd gelegd en van zodra het te onderzoeken deel van het lichaam zich middenin de MR tunnel bevindt (maximale sterkte van het magnetisch veld).De start wordt aangekondigd via de intercom, die overigens toelaat om met de verpleegkundige te communiceren.Stilliggen is van essentieel belang om bewegingsartefacten op het beeldmateriaal te voorkomen.Om het kloppend geluid van MR te dempen kan U ofwel gebruik maken van beschikbare oordopjes of van een koptelefoon met een deuntje naar keuze.Een standaardonderzoek neemt 30 tot 45 minuten in beslag.